doorzoek de gehele Leestrommel

Leestrommel
Leestrommel
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Melati van Java: ‘Rechts of links?’
In: De Indische Gids, 1879, 1e jaargang, dl.1, 385-543



IX.

Dien middag stond ik, nadat ik mij gekleed had, bij den stal naar onze paarden te zien, waarvan één iets aan den poot mankeerde, toen Rudolf naast me kwam staan, en op de aanmerkingen van den staljongen verstrooid antwoordde.
"Ben je nog niet recht frisch?" vroeg ik hem lachend.
"Neen, oom, heel frisch wel niet! Kom, zullen we niet een wandeling maken langs den grooten weg?"
"Laat ons wachten op de dames!"
"Mama is nog niet uit de mandiekamer."
"Maar de meisjes en de juffrouw zijn toch zeker al bijna klaar."
"Neen, oom, laat ons alleen wat oploopen!"
"Kom dan!"
We begaven ons toen op weg, maar geen van ons scheen tot tot praten te hebben; wij waren ieder in zijn eigen gedachten verdiept.
"Wanneer ga je weg?" vroeg ik om wat te zeggen.
"Ach oom!" barstte Dolf uit, "laat me toch wat langer hier blijven! Ik kan 't in Loentar niet langer uithouden: dagen lang daar achter te zitten zonder een Hollandsch woord te spreken, 's avonds altijd alleen zijn, 't is om dood te gaan van verveling."
"Maar, jongen, hoevelen zijn er niet in de Javasche binnenlanden [400:] die hetzelfde lot hebben! Gij zijt nog een der bevoorrechten; die, die drie dagen van de acht bij Mama kunt doorbrengen."
"Dat maakt het juist erger; als ik aan vroolijkheid gewoon ben geraakt en dan zoo in den doofpot te komen! Neen, zeg aan Mama, dat ik daar niet langer kan blijven, of...,
"Nu wat dan?
"Of ik moest niet meer alleen zijn!"
"Wat bedoel je?"
"Als ik getrouwd was"...
Ik begon hardop te lachen.
"Kwade jongen, hoe durf jij aan trouwen denken?"
"Oom, weet U wel dat ik al 21 wordt?"
"Een respectable leeftijd! Maar je weet, om te kunnen trouwen, moet men absoluut met zijn tweeën zijn. Heb je die tweede al gevonden?"
Hij kreeg een kleur als bloed en stotterde:
"Ja, oom, en als Mama er niets tegen heeft..."
"Zijt ge met mekaar het al eens?"
Hij knikte van ja.
"En wie is mijn toekomstige nicht?"
Hij keerde het hoofd om, en fluisterde:
"Céline."
Als door den donder getroffen bleef ik staan.




vorige pagina | inhoud | volgende pagina