doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Cornélie Noordwal: Een Indische neef
Opgenomen in Warendorf's Novellen Bibliotheek nr. XIII: Een feestavond Novellen van Justus van Maurik Jr, Cornélie Noordwal, Wim de Bruijn, Georg Nordensvan en Henri Rutgers.
Amsterdam: Van Holkema & Warendorf, zr. jr. [oorspr. uitgave 1896:]


IV.

Neef en alle kinderen brachten Mientje weer veilig naar huis, waar grootmoeder de tafel reeds dekte met een onweersgezicht. Zij deed Mientje's werk.
"Weet je hoe laat 't is?" knirpte grootvader, den schuldigen zijn horloge voorhoudend.
"Half dertien!" lachte neef, "en als u nu goed oppast wordt 't nog half veertien ook. Kijk Mientje eens een kleur hebben. Als ze een jaar lang alle dag zoo wandelt; wordt ze zoo gezond als een visch."
"Ze is nu ziek. Vindt u niet, dat ze bleek ziet?"
"Ja, dat's wáár!" zuchtte grootmoeder, "daarvoor geeft dokter haar pillen."
"Wie is uw dokter?" Neef haalde een notitieboekje te voorschijn.
"O zoo'n knappe; dokter Vienhof, Lange Dijkstraat No. 25. Moet u ook naar hem toe?"

[33:]

"Ja, noodzakelijk, van avond. Mijn lever schudt hier in Ramsdijk telkens zoo!" Neef trok een azijnzuur gezicht.
"U ziet ook erg geel!" verzekerde grootmoeder meewarig. "Dat hebben alle menschen, die iets aan de lever hebben."
"Precies!" zei neef James, en nam afscheid, belovende, tot schrik der oudelui, morgen terug te komen.
De presenten zou hij meebrengen en dit vergoedde het onaangename al weer veel. Jans kwam ongevraagd dien avond binnen. Mientje moest alles vertellen en opbiechten van neef.


inhoud | vorige pagina | volgende pagina