Daisy E.A. Junius: 'De Gouden Zuil'
In: Eigen Haard, 1899

Inhoudsopgave *

I. Den Haag. Uitgebreide beschrijving van freule Cecile Wely, in Indië geboren, dochter van een generaal. Haar indrukken van den Haag, Scheveningen, natuur en cultuur. Ontmoeting met luitenant-ter-zee Wirtzinga, die verlof vraagt de familie op te komen zoeken. Cecile blijft al verliefd te zijn. Beschrijving van het ochtendritueel van haar vader en moeder met Celine. Uiteindelijk krijgt ze toestemming voor een omgang met Arnold Wellinge. Lezen

II. Hoe Wirtzinga beseft voor Cecile te voelen. Zijn achtergrond. Aanvraag buitenlands verlof en blijvend verlangen. Lezen

III. Voorjaar. Arnold en Cecile zijn getrouwd, ze hebben een zoon Hans. Cecile is nu een beetje ziek. Ze overdenkt hoe haar vader vorig jaar hartaanval op hartaanval kreeg en stierf. Over het geschenk van Wirtzinga na: een zilveren kistje. Samenzijn met Hans, waarna ze vaag droomt over iemand in de kamer. Lezen

IV. De teleurstellingen van Arnold Wellinge, die minder erfde dan hij verwachtte. Hij moet een wissel aflossen en ziet geen andere oplossing dan de pandbrief te gebruiken, die zijn overleden schoonvader aan Hansje schonk, als een studiefonds. Uiteindelijk neemt hij de pandbrief zonder Cecile's weten. Lezen

V. Samenzijn van Arnold en Cecile; ondanks zijn toenadering is hij op het verkeerde moment weer afstandelijk. Cecile wil graag haar kistje zien. Lezen

VI. Cecile ontdekt de diefstal en haar ziekte verergert zich ogenblikkelijk; ze beseft wie haar man is, en ook dat ze haar zoon bij hem zal moeten achterlaten. Lezen

VII. Ontknoping. Lezen

Verantwoording*

De inhoudsopgave is gebaseerd op De Gouden Zuil, zoals aanwezig in Eigen Haard. Deel I in 25 februari 1899, p.113-116; Deel 2, 3 en 4 in 4 maart 1899, p.129-132; Deel 5, 6 en 7 in 11 maart 1899 over p.145-148. De indeling hier volgt de hoofdstukken in het feuilleton, die onregelmatig van lengte zijn.
Voor kennelijke fouten die aan mijn waarneming zijn ontsnapt, hou ik me aanbevolen.

Vilan van de Loo