doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Thérèse Hoven: Artisten-droom
Hollandsche novellen (jaargang 1, nr, 14)
Voorburg: Uitgeverij Voorburg, 1905 (pag. 841-873)

 


[872:]

Haar woorden eindigden in een snik, want zoo vlot was 't nu ook niet gegaan en het opgeven van haar artisten-droom was een heel ding voor haar geweest.
Het was de zwarte periode van haar leven, waaruit ze zeker nog veel meer gebroken en dieper vernederd uit te voorschijn zou zijn gekomen, als Henk haar niet geholpen had.
Toen Euterpe, de Muze der muziek, haar ontrouw werd, had 't dartele Liefde-godje Amor haar getroost, wel niet in eens, maar toch langzamerhand.
Haar examen was zoo slecht mogelijk afgeloopen, va neen eind-diploma was geen questie en nog minder van een Rijks-subsidie; de directeur had met haar gesproken en had o.a. gezegd, dat men aan haar spel kon hooren, dat haar algemeene ontwikkeling ontbrak en dat haar talent niet groot genoeg was, om dat te bedekken.
Haar techniek was voldoende, doch het ontbrak haar aan de noodige brio en ook aan de ware beschaving, die genieën soms, maar gewone menschen nooit kunnen ontberen.
Toen ze, na dit onderhoud, het kabinet van den directeur en daarna het conservatoire verliet, was ze de wanhoop nabij; ze had alle vertrouwen in zich zelve verloren en dat was 't, dat haar al die jaren staande had gehouden.
Bij de deur werd ze opgewacht door Henk, die door juffrouw Van Baerle op de hoogte was gebracht van hetgeen er vermoedelijk zou voorvallen.
"Och! waarom heb je dat gedaan?" vroeg ze knorrig.
"Je weet niet, wat voor prul ik ben. Alles wat ik gedaan heb om artiste te worden, was voor niets. Ik ben een burgerkind geboren en zal 't altijd blijven...
Ze sprak lang achtereen... vaak zonder zin en zeker niet welsprekend, maar Henk hoorde haar geduldig aan.
Eindelijk zei ze: "... weggestuurd, afgedankt... een standje van den directeur, dat zijn nu de lauweren, waarop ik gehoopt had. 't Is jammer, dat je niet met een lauwerkrans of een palmtak gekomen bent om me af te halen..."
"Och! kind, lauwerkranzen en palmtakken maken iemand niet gelukkig. Wat ik je nog eenmaal hoop te geven, is een bruidsbouquet...
Ze maakte zich van hem los en was woedend en zei, dat ze gehoopt had, dat hij verstandig genoeg zou zijn om niet meer met die gekheid aan te komen.

[873:]

Maar toch moest ze later, al was 't dan ook met een zucht, bekennen dat 't juist die gekheid was, die haar over haar vreeselijke teleurstelling had heen geholpen.
Heel langzamerhand was 't door haar doorgedrongen, hoeveel onwaars en opgeschroefds er in haar eerzucht en in haar artisten-droom geweest was en kwam zij tot de overtuiging, dat de menschen gelijk hadden met den schoenmaker aan te raden zich bij zijn leest te houden en de aangewezen plaats voor een spekslagers-dochter achter de toonbank vonden.
Maar 't ging niet in eens; 't was dan ook een heele overgang van den strijkstok naar het trancheermes en evenzoo was er een geduchte afdaling van de gevierde ster, die ze eens hoopte te worden, tot de vrouw van een burgerman.
Doch Henk had geduld, en hij was zoo goed en tevens zoo echt degelijk, verstandig en ontwikkeld, dat Tonia haar lot eindelijk in zijn handen legde.
Voor juffrouw Van Baerle was het mislukken van Tonia's kunstenaars-loopbaan haast nog erger dan voor haar zelf, want zij had haar aanstaanden man en 't vooruitzicht op een kalm, gelukkig leven, om haar te troosten.
En dat had de arme muzoek-onderwijzeres niet.
Ten tweeden male zag ze een muzikalen droom tot niet worden; ze begon toch ook in te zien, dat de ware kunst niet in ieder's bereik lag.
Zoodra de verloving er door was, drong Henk op trouwen aan, dat sprak, en toen de oude heer er voor over kwam, vond deze, dat ze ter eere van de nieuwe firma - "Withamer en Leunissen" den winkel moesten vergrooten.
Het huisje er naast kocht hij voor de jongelui of liever, den grond, want 't getimmerte zelf had geen waarde. -
Dat 't mooi zou worden, leed geen twijfel, maar dat het er op 't oogenblik aller-onverkwikkelijkst was, evenmin.
Juffrouw Van Baerle immers, maakte dat ze wegkwam, na eerst het doel harer visite te hebben geopenbaard.
Ze gaf Tonia het bewuste geldzakje en fluisterde: "dat had ik bestemd voor je concert-toilet, je moet er nu maar een trouw-japon voor koopen - eigenlijk toch het mooiste kleed voor de vrouw."
Vóór Tonia tijd had er haar voor te bedanken, was ze weg.
Het had haar toch moeite gekost, afstand van haar illusie te doen.


inhoud | vorige pagina | volgende pagina