doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Thérèse Hoven: Artisten-droom
Hollandsche novellen (jaargang 1, nr, 14)
Voorburg: Uitgeverij Voorburg, 1905 (pag. 841-873)

 


[845:]

als de juffrouw haar inkoopjes deed en moe hielp zelf, dan lei ze der altijd een paar scheefjes meer op.
Vader zei der ook niks van; de man was veuls te goed om 't een ander niet te gunnen.
Maar de viool, dat was een andere sjose!
"Heusch, juffrouw, ik kan er haar niets op leeren. Ze moet een viool hebben...
"Kan ze 't nou niet net zoo goed bij u op de piano leeren?" had moe gevraagd.
Nee, dat ging niet, want aan de lessen had ze niet genoeg, ze moest er thuis bij-studeeren - en een viool was altijd veel goedkooper dan een piano. Bovendien, Toontje had er nu eenmaal zin in en met een goede viool, zou ze zeker wel vorderingen maken; 't was dan toch ook een vak, dat ze er mee leerde.
Moe vond, dat de juffrouw wel een beetje groozig had gekeken, toen ze 't zei.
Moe zelf vond iemand, die half onsjes te gelijk haalde, maar een kale medam, maar de juffrouw zelf scheen erg op der p o n d e n n e u r en verbeeldde zich heel wat met der vak.
Als moe dacht, dat haar Toontje later ook zoo'n juffie zou worden, die met een versleten japonnetje en een kaal manteltje langs de straat moest loopen les geven om 's avonds op 'n koude boterham thuis te komen, dan zou ze net zoo graag de heele viool in mekaar getrapt hebben.
Maar Toontje sprak er anders over; ze zou concert-zangeres worden, maar dan in plaats van te zingen zou ze viool spelen. Een ster zou ze worden - en als ze dat zei, was het vader's vaste aardigheid om te zeggen: "Een ster, jij? Loop na de maan, kind."
Maar moe was zoo niet; je kon nooit weten, hoe raar een stuivertje rollen kon. Er waren wel meer vreemde dingen gebeurd.
In een prentenboek van Toontje stond wel een verhaaltje van een jongen - die zóó arm was, dat hij blij was, als die een maaltje te eten kreeg en niks in de wereld had als een kat.
En hij was toch maar naderhand schatrijk geworden, zoodat ze hem tot drie maal toe Lord Majoor van London, dat was zooveel als burgemeester, hadden uitgeroepen.
Dus een mensch kon nooit beweren, als dat iets onmogelijk was.

[846:]

Toontje was, op alle manier, toch een fatsoenlijk burgemans-kind en, met een beetje scharrelen, uitsellen van wissels en zoo, waren ze der dan toch altijd gekomen.
Maar toen de juffrouw nou over een echte viool begon - ja, toen keek ze toch sip.
"Hoeveel kost zoo'n viool wel?" had ze gevraagd, want ze begreep wel, dat 't nou niet iets was van een rijksdaalder of drie gulden,
"Ja, ziet u eens, ze hoeft nu direct geen heele viool te hebben, een driekwart of desnoods een halve helpt ons vooreerst een heel eind verder."
Maar daar moest ze niks van hebben. Hoe kon een kind nou op een halve viool sprelen... of zelfs op een drie kwart? Aan zoo'n kapot lor had ze niks. Dan kon ze net zoo goed haar eigen viooltje houden. Dat was tenminste heel.
Achteraf bleek 't, dat de juffrouw dat zoo niet bedoeld had en dat je, om 't nou maar zoo 's te noemen, in violen net zoo goed soorten had als in hammen.
Net als je nou een banket-hammetje hadt - zoo had-je ook een halve viool.
En je kon al een goeie krijgen voor f 25.
Dat viel toch niet mee - want dan had je nog niet eens een strijkstok... en zonder zoo'n ding kon-je niet spelen.
Moeder begreep direct, dat ze 't stiekempjes zou moeten doen, want vader zou, in geen eeuwigheid, f 25 en dan nog een strijkstok, voor Toontje der liefhebberij uitgeven.
Zoo best ging 't nou ook niet in de zaken.
Zij most dan maar zien 't zelf met centjes bij mekaar te schrapen.
Ze gooide der eens een appeltje van op tegen de juffrouw en vroeg of die 't temet niet zou willen verschieten. Dan zou zij 't afdoen met de halve onsjes van 't een of ander - die de juffrouw altijd haalde, en dan zou ze nog een paar kwartjes of zoo in de week afbetalen.
Maar de juffrouw liet al heel gauw merken, dat ze daar niet van thuis was en toen kwam moeder der meteen achter, hoe zoo'n juffrouw eigenlijk leefde en met hoeveel moeite ze der kamerhuur en zoo betaalde.
Ja, goede raad was duur, want ze zag toch ook geen kans om zoo f 25 en dan nog een strijkstok bij elkaar te krijgen.
't Was een heele duit.

[847:]

Ze had wel zoo wel een goede zeventien gulden liggen, maar die waren voor een nieuwe wintermantel.
De hare zat de mot in; ze kon er niet meer mee uitgaan en vader was der erg op gesteld, dat ze Zondags met hem en Toontje ging wandelen en der dan netjes uitzag. Dat moest voor de buren vond vader en ook voor 't crediet.
Tooontje huilde en dwong en dreigde, der met vader over te spreken.
Maar moeder zei, dat ze dat vooral niet doen moest, want dat 't maar hommeles zou geven.
Toen vroeg de juffrouw of ze soms niet iemand kenden, en of Toontje geen oom of tante had?
Maar zoo zat 't er nou niet aan in de familie, haar broers en zusters hadden 't zelf niet zoo ruim, der waren der al een paar van dood ook.
En vader had één zuster, die uit bakeren ging, wel erg onder den netten stand, maar die was nou niet zoo, dat ze op eens met zoo'n som voor den dag zou komen. Tante Leen had wel wat, maar ze spaarde voor der ouderdom en dat kon niemand haar kwalijk nemen. En dan had vader nog één broer, de eigenste, die Toontje dat kleine viooltje indertijd present had gegeven; maar de man had maar één arm en kon zelf niet veel missen.
Hij was nou ergens portier aan een klein station en had 't maar heel gewoontjes.
Hij was wel in den Oost geweest, maar geld had hij toch niet veel meegebracht.
Afijn, de juffrouw zou 't nog eens probeeren, maar 't ging niet. Op een avond, dat ze weer eens in den winkel was, zei ze 't ronduit. Een nieuwe viool, of Toontje moest er maar mee uitscheien.
En toen was 't huilen geen gebrek, tranen met tuiten, zoodat de juffrouw der zelf medelijen mee kreeg en zei, dat ze dan wel zien zou, het geld er voor bij mekaar te krikgen.
En toen gebeurde het, dat er in een zekeren kring, op bescheiden wijze, gecollecteerd werd om een viool te koopen voor een burgermeisje met aanleg, wier ouders het niet bekostigen konden.
Toontje, die geheel op de hoogte was, gloriede in het feit, dat zij een meisje met aanleg werd genoemd en zag het min


inhoud | vorige pagina | volgende pagina