doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

P. (ps. Beata van Helsdingen-Schoevers): 'Causerieën uit de binnenlanden'
In: Soerabaiasch Handelsblad, 17 Oktober 1908


Kertosono, October 1908.

Een ingrijpende verandering valt er te boekstaven in den anders zoo kalmen gang van zaken hier ter plaatse. Ons hoofd van plaatselijk bestuur, heeft ons verlaten, is overgeplaatst na een "regeering" van meer dan twee jaren .... wat wel een ongekend feit is. Gewoonlijk gelijkt Kertosono voor de heeren controleurs weinig charme te bezitten (hoe is het mogelijk!), althans zij zorgen meestal binnen het jaar om de een of andere reden weder verdwenen te zijn. De laatste functionaris bleef evenwel zooals boven gezegd ruim twee jaren in onze schoone dreven, maar toen had ook hij er mooi genoeg van, — hij vond, dat gezondheid ging boven Kertosono's genietingen, en heusch niet ten onrechte. Hij vroeg en verkreeg dus overplaatsing naar een koel klimaat, in de hoop, dat hij en zijn gezin daar de venijnige anophelessouvenirs, hier opgedaan, langzamerhand zullen verliezen.

Onze moerassige environs laten niet na een herinnering mede te geven aan ieder, die zich waagt in onze heerlijke stad. De malaria is een heel trouwe vriendin voor elkeen, die zij bezoekt, dat merkt men in een laguunenstad maar al te best, meer dan men verlangt! Buitendien doen andere ziekten in dit jaargetijde hun intrede, woeden geweldig in de kampongs en maken onder de nonchalante Inlanders liet meeste slachtoffers. Behalve de onvermijdelijke koortsen en buikziekten kwamen er hier op de plaats betrekkelijk veel gevallen van echte pokken voor. Dat deze plaag zulk een gevaarlijke uitbreiding kreeg was te wijten aan het feit, dat Javanen en Chineezen bij voorkomende gevallen zwegen, zoodat de ziekte natuurlijk niet niet zulke strenge doel treffende maatregelen als noodig was bestreden kon worden. Het resultaat was natuurlijk, dat men ineens stond voor het feit, dat de pokken een belangrijk aantal menschen hadden aangetast en zeer vele slachtoffers maakten. Onmiddellijk kwam het bevel ter revaccinatie, verder werden dringende maatregelen genomen en weldra was de ziekte in haar loop gestuit. Wel stootte men hier en daar nog op onwil bij de bevolking en ook (vooral!) bij de Chineezen, die wel hun kinderen doch zich zelf niet wilden doen inenten, maar na gebruik van veelsoortige uiteenloopende - dwangmiddelen
van bestuurswege was men dan toch waar men wezen wilde. De Javanen, die fatalisten, vinden voorzorgsmaatregelen etc. natuurlijk pure nonsens. Een gelukkig geloof toch wel!

Tijdens de poeasa hoort men te Kertosono, evenals overal elders, van diefstal en nog eens diefstal alsof het niets is. Gelukkig geen groote misdrijven en geen roofmoorden, tot dusver tenminste. Rietbranden zijn natuurlijk eveneens aan de orde van den dag: in deze streken is het volk niet zoo tam of het wil wel eens een pretje, en wat is gemakkelijker dan een brandend lucifertje in een riettuin en men aanschouwt een vuurwerk een Nero waardig. Dat de brandstichters daarmede een leelijk koopje bezorgen aan de inwoners der omliggende desa's, die er een boel soesah en gezeur van hebben, kan hun niets schelen. Overigens is het een uitstekende maatregel, dat gedwongen zoeken van ketrangan en al de last daaraan verbonden. Heel wat minder riet gaat na de invoering van dit systeem in vlammen op, en heel wat meer duistere brandstichtingen worden er in minder dan geen tijd door opgehelderd!

Korten tijd geleden hoorde men ook telkens van pogingen tot moord — zooiets schijnt ook al in de lucht te zitten, een "doodslag-periode" denkelijk. Men vond lijken met kennelijke sporen van geweld in riettuinen; men vond een Inlander, wien op zijn eigen erf de hersens waren ingeslagen door den minnaar van zijn teedere wederhelft... deze "cornu" had ook maar beter gedaan zijn zachte duifje bijtijds uit het kooitje te laten, want zij is het, op wier aandringen de moord plaats greep. Ehret die Frauen... Een ander charmant wijfje geneerde zich niet haar echtvriend met een vlijmscherp piso blati zoo toe te takelen, dat hem de ingewanden uit het lijf hingen. Zij wachtte eerst tot hij zich naast haar had ter ruste gelegd en vast sliep. Er ligt iets duivelachtigs in het idee dier vrouw met het moordtuig onder haar hoofdkussen, gereed haar bloedig werk te volbrengen zoodra zij haar man machteloos wist.

Een staatsblad Europeaan, een zg. procureur-bamboe, die als advocaat van kwade zaken in de desa zijn geld verdiende werd eenige weken geleden het slachtoffer van een zijner bedrogen cliënten, die hem niet een kapmes een houw over de rechterkaak gaf, die raak was. De man trof een paar centimeter te hoog; had hij volvoerd wat hij van plan was, dan was de procureur-bamboe op de plaats onthoofd.

Intusschen is dit heer weer zoo goed als genezen — of het tot heil der menschheid is laat ik, om niet voor onmenschelijk te worden uitgekreten, in het midden, — en de moordenaar is gearresteerd. Die zal zijn gerechte straf niet ontloopen!

Opschoon men hier in Indië weinig positiefs hoort ter staving der befaamde moordzucht, die automobielen heet eigen te zijn en die in Europa een ware verschrikking is, kan het toch een enkele maal voorkomen, dat ook hier een ongeluk gebeurt met doodelijken afloop. Ik bedoel natuurlijk geen kippen-, houden of kattenmoorden, die een fatsoenlijke automobiel zich schamen zou niet te begaan, maar het overrijden van een menschlijk wezen.

Dat er niet slag opslag zulke malheurs plaats grijpen prouveert wel voor het over liet algemeen, bezadigd rijden der chauffeurs, want heusch dit resultaat is te geenen deele te danken aan het publiek, aan het Inlandsche element, dat werkelijk vaak al zijn best doet om bij wijze van proef een paar auto-wielen over de ribbekast of de betnen te krijgen. Met benijdenswaardige onverschilligheid blijven zij ondanks het onharmonieuste getoeter midden op de straat loopen, om eerst op het laatste nippertje, als de chauffeur reeds begonnen is niet remmen, op zijde te springen. Met bergenverzettend fatalisme tandakken zij voor den wagen als razenden, om hun branie te toonen aan boeren, burgers en buitenlui. Zelfs is het meermalen voorgekomen dat er een bruine broeder den slaap des rechtvaardigen sliep dwars over den weg uitgestrekt, terwijl er een auto in volle vaart aansnorren kwam in de duisternis en nog net bijtijds stoppen kon om geen menschenleven op haar geweten te hebben. Zelfs kwam het voor, dat de inzittenden der auto in een dergelijk geval den gewekten zevenslaper waarschuwen voor een tweede krachtkar, die men op ongeveer een halven paal achter zich wist... En wat deed de kerel? Toen de tweede stank-en stof-razend zijn nadering met een gillend signaal aankondigde, lag het dikhuidige mensch weer dwars over den weg en sliep, sliep! Zoodat
auto no. 2 hetzelfde grapje beleefde, hals over kop remmen moest, toen zijn zoeklichten de rustige rust des gardoewachters (want dat was hij vast, anders had de man zoo'n alles trotseerend slaapvermogen niet gehad!) beschenen, en na de hindernis te hebben opgeruimd eerst zijn weg vervolgen kon. Wat wonder dus als er ongelukken gebeuren? En toch hoort men er zelden van.

Onlangs evenwel greep een betreurenswaardig voorval plaats op den grooten postweg, die van Kediri naar het Zuiden loopt. Men vond daar op een goeden ochtend een Inlandschen jongen overreden, dood, terwijl de automobilist, die het ongeval stellig gemerkt moest hebben, volstrekt geen moeite scheen gedaan te hebben zijn slachtoffer de behulpzamehand te bieden, of althans te zien water van hem geworden was. De politie zette begrijpelijkerwijs dadelijk alle zeilen bij om den harteloozen bedrijver van dezen doodslag uit te vinden, wat haar, doch eerst na een maand, gelukte. Ter rechtvaardiging dient gezegd, dat de gewetenlooze auto-bezitter geen Europeaan, doch een rijke Kediri'sche Chinees is. Geen onverdiende smet op onze Hollandsche auto-menschen!


vorige pagina | inhoud | volgende pagina