doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Fiammetta: Noodlot. Oorspronkelijke Indische Novelle. In: Bataviaasch Nieuwsblad, 1902
Zaterdag 21 juni 1902 - aflevering 18


Terwijl Rudy, aan de somberste gedachten ten prooi, eenzaam in zijn kantoortje zat, kwam een rijtuig het erf oprijden. Hij dacht weder door een der vrienden of familie-leden van Aliette lastig te worden gevallen en bleef stil zitten.
De deur werd zacht geopend ea zijn moeder, verouderd en vergrijsd, stond op den drempel "Mama!" riep hij verrast en ontroerd, op haar toesnellend.
Haar armen hielden hem omvat en hij voelde bij het kussen hoe haar gelaat nat was van tranen.
"Mama, lieve mama! ik ben slecht voor u geweest!" sprak hij snikkend. "Ik ben uw groote liefde niet waard." Zij kuste hem en troostte zoo goed zij kon.
En nu zaten zij naast elkander gelijk weleer in gelukkiger dagen. Hortend en afgebroken sprak hij over het gebeurde, zich schamend over de verdorvenheid van zijn vrouw.
"Heb je haar dan niet meer lief?" vroeg Reina, hem strak aankijkend.
"Ik haat haar, mama," zeide hij heftig. "lk wil volstrekt niet van verzoenen hooren en mijn advocaat zal wel zorgen dat de echtscheiding spoedig uitgesproken wordt."
Zij stelde hem voor een reis te maken naar Europa.
"Het kan niet. De zaken gaan hier achteruit."
"Maar je kan met je verdriet hier niet zoo eenzaam blijven wonen."
De moeder sprak niet van samenwonen en hoe zij ook trachtte hartelijk en deelnemend te zijn, zij kon den warmen toon waarop zij vroeger tot hem placht te spreken, maar niet treffen.
Haar oogen waren niet zoo helder meer en om haar mond lag een trek van lijden.
"Is u wel recht gezond, mama?" vroeg hij, haar bezorgd aanziend.
Maar zij stelde hem gerust en liet hem spreken over eigen smart. Het deed hem immers goed zijn hart voor haar te kunnen uitstorten. Zij doorliep het huis en berispte de bedienden, toen zij zag dat ook in de huishouding veel te wenschen liet.
Eerst laat in den avond keerde zij naar haar landgoed terug en haar zoon vergezelde haar. Door de aanhoudende regens der laatste dagen waren de wegen slecht. Zij leunde zwijgend tegen de kussens en Rudy wist niet wat te zeggen.
De rivier wwelke langs den weg stroomde, bruiste sterk en op de velden kwaakten met grof, diep geluid de kikvorschen.
De nachtwind woei hen in het gezicht en een fijne motregen viel. Soms stak de wind heviger op en huilde akelig over de kille velden om te eindigen in een dof ruischen tusschen de bamboestoelen.
Het helder verlichte landhuis op Randoe-Sarie werd zichtbaar en Reina kwam die gelukkige avond in het geheugen, waarop zij hier voor het eerst kwam, aan de zijde van haar Frank. O, toen was het licht in en om haar heen! Hoe spoedig reeds werd hij niet weggedragen en bleef zij weenend achter! En het noodlot liet haar niet los, want had de zoon beantwoord aan de verwachting! Neen, hij werd niet wat zijn vader was, hoezeer zij ook haar best had gedaan hem te vormen en te leiden!
Met een diepen zucht stapte zij uit het rijtuig toen dit het tuinhek was binnengereden. Marieke vloog haar tegemoet en toen zij Rudy gewaar werd, trad zij verlegen terug. Hij gaf haar ecnigszins gedwongen de hand; zijn moeder nam zijn arm en langzaam ging zij de treden op naar de voorgalerij.
"Is mama ziek geweest, Marieke?"
"Zij sukkelt al lang, maar wil van geen dokter weten," zei Marieke, strak naar beneden starend. Rudy drukte de vermagerde hand zijner moeder.
"Het is toch beter dat u den dokter laat komen, mama," sprak hij. "De ouderdom komt met ziekten en gebreken. En daartegen helpt geen gedokter."
"Maar zoo oud is u immers nog met," riep Rudy verwijtend.
"Papa is hier. tante Reina," vertelde Marieke "Nanny is ten huwelijk gevraagd door den onderwijzer Reigersma. Papa komt om uw toestemming vragen."
Valte kwam haar al tegemoet, eveneens grijs en het gelaat sterk gerimpeld.
"Dag oom Valte," zei Rudy, hem de hand toestekend.
"Dag... Rudy, stotterde Valte, aarzelend de toegestoken hand vattend. Men sprak, in de binnengalerij gezeten, over de aanstaande verloving van Nanny en Rudy merkte op hoe alleen de zachte, oude vrouw, zijn moeder trouw waren gebleven. O, zij waren beter voor haar dan hij, haar eigen zoon! Wroeging en berouw knaagden aan zijn hart.
Het werd laat en Valte reed heen.
"Groet tante en Nabny van mij,"; riep de jonge landheer hem na.
"Je blijft toch hier slapen, Rudy?" vroeg Reina. Maar Rudy wilde niet, hij moest morgen vroeg op het werk zijn. Er was een nieuwe opzichter gekomen. Marieke ging heen om den koetsier bevelen te geven en Rudy liep mede. In de achtergalerij greep hij haar zacht bij den arm.
"Marieke, ik vraag je vergiffenis, voor al wat ik heb misdaan!"
"Maar Rudy,"; stamelde het meisje.
"En, Marieke, blijf altijd zulk een goede dochter voor mama, verlaat haar nimmer," sprak hij smeekend.
"Dat beloof ik je," zei liet meisje ernstig, zich verwonderend over dat verzoek. (Slot volgt.)


inhoud | vorige pagina | volgende pagina