doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Aleid (ps. Beata van Helsdingen-Schoevers): 'Krasjes en Praatjes'.
In: Bataviaasch Nieuwsblad, 9 mei 1914


De „five o'clock tea”

De naam zegt bet reeds, van uit welke richting deze instelling tot ons overwaaide: het Kanaal en de Noordzee over. Onze Engelsche buren zijn de oorspronkelijke celebreerders van de thee-plechtigheid, elken afternoon zoo omstreeks de schemering, of eerder, of later, al naar bet jaargetij, wordt de thee, en wat daarbij behoort, genoten.
Het schemeruurtje is zulk een intiem uurtje, zoo'n aardige tijd om een beetje te verluieren, dat de Engelsche tea onmiddellijk overal gewonnen spel heeft; waar zij haar intree doet.
Wat kan men beters, aardigers doen in het tusschenlicht dan meteen kopje geurige Ceylon-Mélange, een petit four en een babbeltje bijeen te zitten?
De five o'clock is overal ingeburgerd, in de ware zin. Dat wil zeggen, dat zij in alle landen is aangepast aan de zede, geen geëerde vreemdelinge is zij, maar een eigen telg geworden, een geliefde bloedverwante.

Wij kennen de massa's tea-rooms, die, het bewijst het succes van de thee, in alle steden tooverachtig snel verrijzen. De tearooms, waar de tango-tea zulk een opgang maakte, destijds toen we de tango nog kenden, herinnert gij 't u nog?
De tearooms, waar men mooie vrouwen, languissante muziek en geparfumeerde thécomplet genieten kan in de weelderige, zwoele, smaakvolle omgeving, waar alles beschaafd en gedempt is, zoo het licht der Assyrische kettinglampen als de Melodieuze stemmen van elegante goedgekleede vrouwen en mannen, die babbelen over petits riens en knabbelen aan petits fours. Zoo is de tea-roomstemming...
Zoudt ge niet wenschen, al ware voor één na-noen maar, weg te zijn uit dit land van zon-met-nuchterheid, en te zijn daar ginds vér, waar het zoo goed is te wezen?
Indie kent geen tearooms? ik geloof het niet. Althans niet zooals èchte tearooms zijn.
Maar men heeft, naast de buitenshuis-thee, het mondaine theeuurtje cher soi evengoed. Waarvoor onze vriendinnen en kennissen ons noodigen met de vraag: "je komt tea'en nietwaar?"
De salon-thé is intimer, en kan even smaakvol, even elegant wezen als de thee in de modaine theegelegenheid. En de salon-thee is evengoed uitvoerbaar in Patagoniê als in Parijs — dus ook wel in Indië. De uurtjes tusschen vijf en zeven eigenen zich bizonder tot de "papotage autour du bouilleir", want, de bouilloir moet de hoofdzaak blijven. Met hem staat of valt het slagen van de thé. Wanneer de Indische horribele koude whisky-soda's en limonades te berde komen - adieu esprit du thé! adieu stemming van droom en werkelijkheid!
Op de brutale koolzuurspatten zweeft geen geest — of 't zou zijn de geest van koud berekenend materialisme. In het helle licht gekaatst op witte wanden gedijen slechts de kansberekeningen van goede cultuurprijzen, stijgende aandeden, promotie-mogelijkheden. En de stemming is vervluchtigd, lijk een droom verdwenen, we hebben Indië in al de rauwheid weer ingehaald. Ontkomen we die zelfs in het schemeruurtje niet, dat ons eigene tijdje? Waarom niet, als wij dat wenschen?

Een schemerlicht, een groote schotel, die van het plafond hangt aan drie kwastkoorden van zijde, waarin een klein olielampje, gesluierde kleine lichtjes her en der, een Alladin-lample, zulk tuitvorrrrig aarden schaaltje, waarin het reukwerk brandt, dat in cirkelende linten stijgt door het vertrek. Daarbij de groote metalen samovar op het blauwe zwevend-spelende vlammetje.
En om hem heen de elegante vriendinnen als bouquetjes tezamen gehouden door gemeenschappelijke interessante onderwerpen van gesprek.
In het vleiende schemerlicht teekenen zich de fijne profielen, vervangen de failures der natuur. De bevallige silhouet der theeschenkster charmeert en inspireert. En de vochtigwarme, geurige damp der thee trekt zoetjes omhoog en weeft een atmosfeer van vriendelijke welwillendheid in fijne draden over het gezelschap...
Gij ziet hoe ten eenemale onmogelijk het is de thee te nemen in een oud-Indische voorgalerij — zooals men dit zelfs thans nog wel pleegt te doen. De salon-thee eischt strikt haar omgeving.
Op de salonstoeltjes, de chaise longue, de zetels, liggen zachte kussens, gestapeld, neergeworpen, gearrangeerd... en op het vloerkleed liggen de voetkussens. Gij kent ze wel, de Smyrna'sche kameelzaken tot langwerpige voetkussens gemaakt, of de toi-dit brokaten overtrekken, waarop zich de fijne salonschoentjes der bezoeksters zetten menschen met vuile wandelschoenen behooren niet op een elegante thee!
De tafel is gedekt met een wit kleed — als een wiegekleedje zoo fijn en mooi, versierd met jours, met tulle incrustatie, met geborduurde erwtjes of kleurige bloemslingers, Setoord met luchtige volants, in elke vorm, is passend, schoon, origineel is, maar altijd mousseux, teer en luchtig als een balkleedje.
Daarbij komen dan de vingerdoekjes, — die waarlijk veel van balzakdoekjes hebben. Het geborduurde naamcijfer wordt overwaasden verteederd door ragfijne tulle.
De theetafel is bevloerd met een overvloed van bordjes, waarop de lekkernijen lokkend wachten en in het midden troont de samovar, als een klokketoren, wakend over de huisjes van zijn dorp.De samovar is een langwerpig hooge theeketel met twee hoogopstaande ooren, die op drie slanke pooten staat boven het schalksch-fragile vlammetje. Een kraantje doet het goudene vocht vloeien in de kopjes.
De samovar staat rustig en waardigheidsbewust zijn kostelijke inhoud te omvatten, hoofdpersoon van de noen-thee. Maar beneden hem, op het roomige kleed, staan de trouwe trawanten, die zijn roem helpen verhoogen, in al hun bescheiden onmisbaarheid. Dat zijn de fijn-porceleinen bordjes met bun goede gaven, die zij gul-open uitgespreid bieden aan de vereersters van hnn vorst, de samovar.
Daar staan zij met hun kleine gebakjes van een hapje groot, rosé als blozende landmeisjes, lichtgroen, waarop een schuchter paars viooltje slaapt, bruin als de herdersknaap, met zilver gesierd. De oud-gouden roosterbroodjes, de kleine toasts, liggen er naast en glanzen glunder onder het dunne boterlaagje, de suikeroversneeuwde "muffins" naast denoix a la crème au beurre, en het zilverschaaltje met bonbons weer verder in de rondte, waarvan het blauwe dwaallichtje, dat telkens verdwenen schijnt om toch nog eens terug te keeren, het midden vormt. En daarbuiten uit, als de wakende soldaten, de kopjes, frisch en wit blinkend, klaar om de heldere thee te vangen. De kopjes en de bordjes voor de lekkernijen, gesierd met passend decor, of ook wel in effen grès met een enkel randje. Het oude porcelein levert in onze dagen model voor tal van smaakvolle bevallige theestellen.

Dan tusschen de kopjes en bordjes daar staan te glanzen het lepelvaasje, het roomkannetje en de klontjestang, die ligt op het suikervaasje, dat een antiek bibelot kan zijn.
Hoe aardig staat ook de driebladige theetafel, in drie panneaux boven elkander, betast met al het lekkers, bekroond door den heerschenden samovar! Zij staat en biedt slechts, en elkeen gaat en komt hulde brengen door te genieten van het goede der theetafel. Een ongedwongen va-et-vient ontstaat, men is chez soi, en de gastvrouw heeft niet het gevoel, dat haar gasten vernageld geworden zijn op haar zetels, of loom van
verveling...
Nog aardiger zijn de "tables volantes," de rollende theetafel, die haar heerlijkheden van het een naar het andere groepje komt brengen le "camping" au salon, zegt de Parisienne karakteristiek van deze zich zelf tourneerende groepjes. De tafel volbrengt haar tours van en naar Mie zijden, lachend gehaald en gebracht door verzorgde geparfumeerde handjes, die de ooren van het rollende theeblad hanteeren, als deden zij zelden anders.
Het blad zelve bestaat uit een glas-overdekt kostbaar sierstuk: oude kanten ziet men naast kostbaar brokaat, antiek borduurwerk of oude houtsneden.
Ook wel, dit is een nieuwigheid, een perkament met ramen gevuld. Een ingenieuze jonge vrouw verlangde op haar trouwdag van de gasten een handteekening in een der visitekaartvormige vakjes, die men op een vel peikament had doen trekken. Zoo kreeg het jonge huishouden een aardig en origineel souvenir, dat in een theetafelblad een uitstekende bestemming vond.
Zoo is het elegante thee-uurtje. Geen overvloed van spijzen, geen zware of luide conversatie, maar lichte zoete welsmakelijkheden, lichte gedempte praattoon, lichte aromatische thee. De Amerikaansche five o'clocks, waar men aan een omvangrijke eettafel gezeten een bepaald thé-bouquet neemt, eigent zich niet voor ons, die kort na de thee dineeren.

Toch is het wel eigenaardig eens te zien, wat de ferme magen der Amerikaanschen verduren kunnen bij hun thee sandwiches, natuurlijk. Heel zware en vette evengoed als lichtere. Maar dan. Compleete hors d'oeuvre, visch en sla, eieren, caviar, pâté, tomaten en garnalen, on various manners. De geliefde "pies," degelijk en goed gevuld, warm uit de oven gaan smakelijk naar binnen. Puddinkjes en „fruit salad" is maar licht nawerk. En bijtende savories moeten dit alles helpen verstuwen.
Zóó is de five o'clock kostbaar en ongezellig. Zoo vindt ze bij ons hopelijk nimmer ingang. Zittende, vastgezet om een lange tafel, study etende en drinkende, tot het menu is afgewerkt —o heerlijke thee-stemming, o ragfgne fee, waar zijt ge gebleven' De vette walm van de ganzenpastei heeft baar heengedreven, zij is haastig gevlucht, de sluier voor het gelaat...


inhoud | vorige pagina | volgende pagina