doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

J.M.J. Catenius-van der Meijden: 'Kwée-kwée'
uit: Groot nieuw volledig Indisch kookboek Van Goor Zonen: Den Haag/Brussel, [zonder jr, eerste dr. 1902]


[893:]

Scotting tjina

Zooveel bidji delima als noodig is, (naar verkiezing), agar-agar, eenige reepjes gesneden kikwée en tangkwée, lengkeng zonder pit, goela-tètès, warm water waarin daon pandan en daon djeroek-poeroet zijn gekookt (of gekookt ajer djahé).

Zooveel bidji delima (nagemaakte van sago obie) als noodig blijkt strooit men in kokendheet water, tot zij voldoende zijn uitgezet en op de echte delimapitjes gelijken. Men schept ze dan uit het water op een zeef, laat ze uitlekken, overgiet ze met koud water (ter voorkoming dat de pitjes één klomp vormen) en doet ze in kleine chineesche kopjes (zooveel kopjes als er menschen zijn) waarbij men in elk kopje voegt: wat gesneden kikwée, tangkwée, lengkeng, goela-tètès en daarover heete djahé of ajer pandan.

[894:]

Scotting

Sago-obie, rood kleursel (kesoemba), water, gember, seréh, stroopsuiker. (Sago-obie, rood en wit, kan men klaargemaakt koopen).

Men roert een hoeveelheid sago-obie aan met wat water, tot het dik wordt, waarna men dit in kleine vierkante stukjes snijdt. Men kleurt de eene helft der stukjes rood, laat de andere helft wit. Vervolgens doopt men de vierkante stukjes even in bijna kokend water, zoodat de puntjes er wit beginnen uit te zien, haalt ze er dan weer uit en doopt ze in koud water. Nu roert men door deze stukjes suikerstroop, die men met een stuk gember en seréh heeft opgekookt.
Men gebruikt deze scotting bij wijze van stroop, die aangelengd moet worden, met water en suikerstroop.

[895:]

Tjèndol of Dawet

Een bordvol arrowroot, koud water, santen, javaansche suikerstroop, een weinig zout.

Men kookt water, vervolgens neemt men de hoeveelheid arrowroot en leng dit aan met koud water. Doe dit, al roerende, in het kokend heete water, meng het goed dooreen en kook dit op, tot het goed dik is.
Daarna stort men deze dikke, gekookte arrowroot in een zeef met groote gaten, welke men boven een bak met koud water houdt. Laat de arrowroot, in druppels, in het koude water vallen.
Als men dit gebruiken wil, neemt men santen, aangelengd met een weinigje zout en de javaansche suikerstroop, en doet hierbij eenige lepels van de gestolde arrowroot balletjes.


vorige pagina | inhoud | vorige pagina